De periode tussen 2010 en 2019 stond bol van verrassingen. Aan het begin van het decennium, in de nasleep van de zwaarste crash sinds de jaren 30 van de vorige eeuw, hadden de meeste beleggers weinig hoop. Ze hadden geen idee van de rendementen die zouden volgen: gemiddeld genomen stegen de wereldwijde markten per jaar met 10%. Maar dat was nog niet alles.
Afgelopen decennium zagen we ook de spectaculaire opmars van de FAANG- en de BAT-aandelen. De Amerikaanse markt bleef alle andere regio’s ruimschoots voor en groeiaandelen deden het beter dan waardeaandelen. Maar het belangrijkste was dat de aandelen- en obligatiemarkten gezamenlijk stegen, wat aantrekkelijke rendementen opleverde voor alle gemengde portefeuilles. En dankzij het hoge rendement en de over het algemeen lage volatiliteit op de aandelenmarkt was de risico-rendementsverhouding zeer sterk, vooral op de Amerikaanse markt.
Bij deze achtergrond was ook de performance van factoren in het afgelopen decennium opmerkelijk te noemen. In algemene zin waren de afgelopen tien jaar voor de low volatility-factor het beste decennium in de recente geschiedenis, met het hoogste rendement per eenheid risico. Dit was het geval op de wereldwijde, de Amerikaanse en de opkomende markten, maar niet op de Europese.
In Europa kwam de factor momentum als winnaar uit de bus, zowel in absolute zin als gecorrigeerd voor risico, gevolgd door de low volatility-factor. Momentum wist ook in de andere markten het hoogste absolute rendement te realiseren. Het laagste rendement kwam op naam van de value-factor, die in alle regio’s ook het laagste rendement per eenheid risico realiseerde. Voor waardebeleggers was het dus helemaal niet zo’n ‘geweldig’ decennium.
Meer jaren 30 dan jaren 90
De afgelopen jaren zijn veel parallellen getrokken tussen de jaren 90 van de vorige eeuw en de jaren 10 van deze eeuw. Denk bijvoorbeeld aan het feit dat momentum in beide decennia de sterkste factor was. De value-factor had het in de jaren 90 echter veel minder zwaar, met een outperformance ten opzichte van zowel de markt als de factoren low volatility, high dividend en small caps. Wat dat betreft had het afgelopen decennium meer weg van de jaren 30 van de vorige eeuw.
“
De low volatility-factor is springlevend en etaleerde afgelopen decennium duidelijk zijn toegevoegde waarde, vooral gecorrigeerd voor risico’.
Ontdek de nieuwste inzichten via onze maandelijkse e-mailupdates
Ontvang onze Robeco-nieuwsbrief en ontvang als eerste de nieuwste inzichten of bouw het groenste portfolio op.
Net als afgelopen decennium was de waardestijl in de jaren 30 de hekkensluiter, terwijl momentum sterk presteerde. Bovendien doet het herstel in de afgelopen tien jaar, na een zware wereldwijde crash, denken aan het herstel in de jaren 30. Dat decennium werd echter gekenmerkt door een laag rendement en een hoog risico – een omgeving waarin laagvolatiele aandelen het doorgaans goed doen ten opzichte van andere stijlen.
De low volatility-factor is dus springlevend en etaleerde afgelopen decennium duidelijk zijn toegevoegde waarde, vooral gecorrigeerd voor risico. Sterker nog, low volatility blijkt zelfs de sterkste factor van de afgelopen negen decennia te zijn. Die factor had namelijk een hogere risico-rendementsverhouding dan andere factoren, zoals value, momentum, size en high dividend (zie Figuur 1).
Figuur 1: Beste factorperformance in de verschillende decennia

Bron: Robeco, gebaseerd op Kenneth French Database.
Als het afgelopen decennium vergelijkbaar is met de jaren 30 van de vorige eeuw, zal het komende decennium dan lijken op de jaren 40 van diezelfde eeuw? Moeten beleggers in lage volatiliteit zich zorgen maken? In die jaren 40 gingen de markten fors omhoog en presteerde de value-factor zeer sterk, maar low volatility bleef achter bij de markt en bij alle andere factoren. Laagvolatiele aandelen waren duur in deze periode, net zoals nu het geval is.
Toch wisten aandelen met een goede combinatie van lage volatiliteit, een hoge netto pay-out yield en een positief momentum de markt ruimschoots voor te blijven in de jaren 40 en 50, ondanks de focus op achterblijvende aandelen met lage volatiliteit. Hieruit blijkt maar weer hoe belangrijk verfijnde factorstrategieën zijn, die rekening houden met verschillende, complementaire signalen.
Dit ondersteunt ook het beleggingsproces van onze Conservative Equities-strategieën. Die selecteren aandelen met een laag risico en daarnaast onder meer een hoog dividendrendement, een aantrekkelijke waardering en een positief momentum.
Klaar voor het komende decennium
Voor het komende decennium verwachten we dat deze verfijnde benadering voor beleggen met een laag risico – die dus verschillende, complementaire signalen combineert – nog relevanter wordt dan in het afgelopen decennium. Waarschijnlijk is het vooral essentieel om rekening te houden met signalen voor waardering, aangezien de value-factor mogelijk een comeback gaat maken na een matige performance in de voorbije tien jaar.
Zeven jaar geleden hebben we een paper geschreven over de performance van laagvolatiele aandelen in periodes waarin ze duurder waren dan de markt, wat vooral het geval was in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw. Daarin gaven we aan dat een verfijnde low volatility-strategie bescherming kan bieden tegen zo’n scenario. En daar staan we nu nog steeds achter.