27-10-2022 · SI Dilemmas

SI Dilemma: Moeten ESG-gegevens perfect zijn?

Het meest hardnekkige discussiepunt op het gebied van duurzaam beleggen is: wanneer zijn de gegevens goed genoeg? Denk bijvoorbeeld aan het verzamelen van gegevens die uitgebreider, betrouwbaarder, consistent gemeten, duidelijk gedefinieerd, vergelijkbaar, gecontroleerd, gereguleerd, financieel materieel of relevant voor de impact zijn. Het wensenlijstje is lang en hangt af van wie je het vraagt, en wat ze met de gegevens willen doen.

    Auteurs

  • Rachel Whittaker, CFA - Head of SI Research

    Rachel Whittaker, CFA

    Head of SI Research

De grote uitdaging voor duurzame beleggers is dat we er zeker van willen zijn dat we beleggen in duurzame bedrijven die financieel rendement opleveren. Daarnaast willen we ook de impact (positief of negatief) kunnen meten die deze bedrijven hebben op de wereld. Een hele opgave dus.

In deze discussie gaan we vaak voorbij aan het feit dat duurzaam beleggen al lang bestond voordat ESG-gegevens makkelijk te verkrijgen waren. We zagen de eerste ‘ethische’ beleggingsfondsen al verschijnen in 1971 in de Verenigde Staten (VS) en in 1984 in het Verenigd Koninkrijk (VK). In de jaren 90 werden ESG-indices steeds populairder (MSCI, Sustainalytics en vervolgens DJSI in 1999), terwijl in 1997 het Global Reporting Initiative werd gelanceerd dat bedrijven stimuleert niet-financiële kwesties openbaar te maken.

ESG-gegevens zetten grote stappen

Toegankelijke ESG-gegevens kwamen zelfs nog later. Zo werd MSCI ESG Ratings opgericht in 1999, Trucost Carbon Intelligence in 2000 en Bloomberg ESG Solutions in 2006. Zelfs de term ‘ESG-integratie’ is pas bedacht in 2005, een jaar voordat de UN Principles for Responsible Investment werden gelanceerd. Beleggers beleggen dus al geruime tijd volgens hun niet-financiële doelstellingen, doen hun eigen onderzoek en nemen beslissingen op basis van kennis die voor hen beschikbaar is.

Tegenwoordig publiceren de meeste bedrijven een duurzaamheidsverslag, hebben beleggers een schat aan ESG-informatie binnen handbereik en laat de markt voor alternatieve gegevens een sterke groei zien, vooral op het gebied van natuurlijke taalverwerking en geospatiale gegevens. In vergelijking met de eeuwwisseling worden we nu overspoeld met gegevens, en de regelgeving leidt de komende jaren waarschijnlijk tot een stortvloed aan extra rapportageverplichtingen voor bedrijven.

Daarom zijn we tegenwoordig zonder meer in staat om beter geïnformeerde beslissingen te nemen dan ooit tevoren. Maar te veel gegevens kunnen nieuwe uitdagingen met zich meebrengen, waardoor het voor beleggers moeilijker wordt om de belangrijkste indicatoren te herkennen te midden van alle onrust.

Gestandaardiseerde gegevens zijn zeker geen wondermiddel

Milieu- en sociale gegevens worden vaak lager ingeschat dan financiële gegevens. Critici noemen veelal wereldwijde standaarden voor financiële verslaggeving, regels voor beursnoteringen, wettelijke voorschriften voor de controle van jaarrekeningen en strenge straffen voor boekhoudfraude als redenen waarom financiële gegevens beter zijn dan niet-financiële milieu- en sociale gegevens.

Financiële gegevens zijn echter ook niet perfect. Er zijn genoeg voorbeelden van boekhoudfraude om te weten dat bedrijven informatie verbergen als ze dat willen – en er vaak ook nog mee wegkomen. We horen alleen over de gevallen die worden ontdekt.

Het is zeker waar dat sociale en milieumaatstaven moeilijker te meten zijn dan cashflows. Verschillen in meetdefinities en de immateriële aard van veel milieumaatstaven zorgen ervoor dat fouten en inconsistenties waarschijnlijk zijn en dat metingen van verschillende bedrijven moeilijk te vergelijken zijn.

Financiële gegevens zijn niet perfect

Er zijn echter ook de nodige kanttekeningen te plaatsen bij financiële informatie. Zo moeten beleggingsanalisten hun waarderingsmodellen altijd aanpassen om verschillende zakelijke beslissingen, over bijvoorbeeld de kapitaalstructuur en overnames, mee te wegen en volledig inzicht te krijgen in hoe het ene bedrijf presteert ten opzichte van het andere. Gestandaardiseerde cijfers geven niet het hele beeld weer.

Bovendien zijn de beslissingen van fundamentele beleggers niet uitsluitend gebaseerd op jaarrekeningen. De financiële cijfers vertellen ons alleen wat er in het verleden is gebeurd. De strategische visie van het bedrijf is eigenlijk interessanter: wat zijn de plannen voor volgend jaar en wat zijn de verwachtingen voor het bedrijf en de industrie waarin het actief is?

Beleggers willen ook weten hoe de industrie zich waarschijnlijk ontwikkelt en wat branchegenoten doen. Ze willen inzicht in wat werknemers en klanten van het bedrijf vinden om te kunnen beoordelen hoe waarschijnlijk het is dat het management zijn strategie uitvoert en zijn doelen bereikt om toekomstige waarde te creëren.

Datzelfde geldt voor ESG-gegevens. Historische cijfers zijn slechts een uitgangspunt en er is meer onderzoek nodig om de toekomst te voorspellen. Dat is het werk van beleggingsanalisten – en het is een kunst, geen wetenschap.

Ontdek de nieuwste inzichten via onze maandelijkse e-mailupdates

Ontvang onze Robeco-nieuwsbrief en lees als eerste de nieuwste inzichten en bouw de groenste portfolio op.

Blijf op de hoogte

Gegevens en ratings zijn niet hetzelfde

Een ander punt van kritiek op ESG-gegevens is dat de ESG-ratings niet overeenkomen. Dat komt echter door een verkeerde interpretatie van wat ratings zijn en hoe ze gebruikt moeten worden. Een rating is een subjectieve mening en geen objectief gegeven. Die mening kan gebaseerd zijn op verschillende onderliggende overtuigingen over de belangrijkste ESG-kwesties. Of op de vraag wat belangrijker is: financiële materialiteit of de impact van duurzaamheid.

Ook hier kunnen we ESG-ratings vergelijken met traditionele beleggingsaanbevelingen om dezelfde dynamiek te zien. Beleggingsanalisten die naar een bedrijf kijken, hebben allemaal dezelfde financiële informatie als uitgangspunt. Toch komen ze niet allemaal tot dezelfde beleggingsaanbeveling.

Analisten van vermogensbeheerders (onderzoek aan de koopzijde) weten dit en nemen aanbevelingen van brokers (onderzoek aan de verkoopzijde) dan ook niet klakkeloos over. Ze gebruiken de verschillende inzichten om hun eigen onderzoek te verbeteren en tot beter geïnformeerde beslissingen te komen. Gebruikers van ESG-ratings moeten ervoor zorgen dat ze de ratingmethode snappen, zodat ze de informatie op de juiste manier kunnen gebruiken.

Hoe gaan beleggers om met gebrekkige gegevens?

Duurzame beleggers hebben al jaren te maken met gebrekkige gegevens. Beleggers die kunnen werken met de rommeligheid van milieu- en sociale gegevens, hebben een voordeel ten opzichte van degenen die zitten te wachten tot de gegevens perfect worden. Hoeveel gegevens ‘genoeg’ zijn, hangt af van de mate waarin een beleggingsstrategie zich inzet om duurzame en impactoverwegingen te integreren en daarover te rapporteren.

Minderheidsbeleggers staan altijd voor de uitdaging dat ze niet alles weten over een belegging, waardoor ze op basis van schattingen en veronderstellingen de toekomstige performance van de bedrijven in hun portefeuille moeten voorspellen. Dat geldt voor zowel traditioneel als duurzaam beleggen.

Toch lijken de verwachtingen voor ESG-gegevens en -strategieën soms onrealistisch. Want waarom krijgen portefeuillemanagers van duurzame fondsen met een ‘controverse’ in hun portefeuille meer kritiek dan portefeuillemanagers die een winstwaarschuwing krijgen van een van hun belangen? Gezien de algemene overtuiging dat financiële gegevens beter zijn dan ESG-gegevens, moet het juist andersom zijn!

Gegevens zijn slechts een hulpmiddel

Uiteindelijk zijn alle gegevens – financieel en niet-financieel – slechts een hulpmiddel om tot beleggingsbeslissingen te komen en is de interpretatie van de gegevens veel belangrijker. Proberen de toekomst te voorspellen betekent per definitie dat sommigen het mis zullen hebben.

Het doel van duurzaam beleggen is kapitaal inzetten voor duurzame economische activiteiten, door te beleggen in duurzame bedrijven die financieel rendement opleveren én een positieve impact hebben op de wereld. Dat doel mogen we niet uit het oog verliezen. Het verzamelen van gegevens is niet het einddoel en het streven naar perfecte gegevens mag dan ook geen excuus zijn om niets te doen.