23-03-2023 · SI Dilemmas

SI Dilemma: Hoe zie je door de bomen het bos?

We worden geconfronteerd met een dubbele crisis: klimaatverandering en afnemende biodiversiteit. Voor beide is acute actie noodzakelijk. Klimaatverandering en natuurverlies zijn fundamenteel met elkaar verbonden en dus kan de ene crisis niet worden opgelost zonder ook de andere op te lossen. Maar het is al moeilijk genoeg om alleen de klimaattransitie in goede banen te leiden, laat staan om ook nog de talloze effecten van beleggingen op ecosystemen en plant- en diersoorten aan te pakken. Het dilemma voor beleggers is hoe ze op beide fronten concrete maatregelen kunnen nemen zonder overweldigd te worden door de complexiteit.

    Auteurs

  • Emily Homer - Climate Specialist

    Emily Homer

    Climate Specialist

  • Rashila Kerai - Biodiversity Specialist

    Rashila Kerai

    Biodiversity Specialist

Klimaatverandering is een van de belangrijkste oorzaken van het verlies aan biodiversiteit, en natuurverlies is een van de belangrijkste oorzaken van klimaatverandering. Door de stijgende temperaturen veranderen de weerpatronen, waardoor een op de zes soorten met uitsterven wordt bedreigd.1 Aan de andere kant is verandering van landgebruik een van de belangrijkste oorzaken van de klimaatverandering, met een bijdrage van naar schatting 13-23% van de totale CO2-uitstoot.2 Zo is ontbossing alleen al verantwoordelijk voor zo'n 4,8 miljard ton CO2-uitstoot per jaar.3

Anderzijds is het ook zo dat het oplossen van het ene probleem bijdraagt aan het oplossen van het andere. Natuurlijke oplossingen zijn essentieel om de doelen in het Akkoord van Parijs te behalen. Oceanen, bossen en bodems nemen CO2 op uit de atmosfeer en helpen een verdere opwarming van de aarde te voorkomen. Dit wordt geschat op 14 miljard ton CO2-equivalent (GtCO2e) per jaar in 2050, ongeveer een kwart van de huidige jaarlijkse uitstoot.4,5

What the 2023 Global Climate Survey means for investors

Recorded webinar

Watch on demand

Een geïntegreerde aanpak is de toekomst

Het feit dat deze twee kwesties met elkaar samenhangen, is een goed argument voor een geïntegreerde aanpak, om zowel onbedoelde gevolgen te voorkomen als synergieën te benutten. Tot die conclusie komen wetenschappers van de twee relevante wetenschappelijke panels van de Verenigde Naties (VN) – de Intergovernmental Science-Policy Platform on Biodiversity and Ecosystem Services (IPBES) en de Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC).6 Het gebruik van biomassa als hernieuwbare energiebron kan bijvoorbeeld wel een goede oplossing zijn voor de klimaatverandering, maar het is schadelijk voor de biodiversiteit als natuurlijke habitats worden omgezet in monocultuurplantages.

Tijdens de klimaattop COP27 in november 2022 werd een volledige dag gesproken over natuurlijke oplossingen en het verband tussen biodiversiteit en klimaatverandering. Hiermee werd een brug gelegd naar de biodiversiteitstop COP15, die een maand later plaatsvond. En ook de klimaattop van dit jaar in Dubai zal sterk gericht zijn op de natuur.

Er is ook een praktische reden waarom het bedrijfsleven pleit voor een geïntegreerde aanpak, namelijk ‘kadermoeheid’ vanwege de vele bestaande rapportagekaders. Op middellange termijn moeten we in staat zijn om in onze beleggingsportefeuilles een geïntegreerde aanpak van klimaat en natuur te volgen. Maar voorlopig kan aandringen op een geïntegreerde aanpak in onze ogen nog leiden tot analyseverlamming.

De moeilijkheid om biodiversiteit en klimaat samen aan te pakken

Een geïntegreerde aanpak maakt de analyse van deze twee enorm grote onderwerpen nog ingewikkelder. Het gevaar bestaat dat dit leidt tot inactiviteit of een minder scherpe focus, waardoor beleggers niet genoeg rekening houden met risico's en kansen op het gebied van klimaat en natuur om wezenlijke verandering teweeg te brengen.

Klimaatverandering is slechts een van de vijf oorzaken van biodiversiteitsverlies – andere zijn onder meer verandering van land- en zeegebruik, exploitatie van hulpbronnen, invasieve soorten en vervuiling. Dit is complexe materie, maar die kan worden teruggebracht tot één enkele, wereldwijd overkoepelende maatstaf: uitstoot van broeikasgassen.

Aan de andere kant staat het onderzoek naar biodiversiteit nog in de kinderschoenen en moet er rekening worden gehouden met effecten en afhankelijkheden op lokaal niveau. Zo is waterschaarste bijvoorbeeld kenmerkend voor vraag en aanbod in specifieke stroomgebieden. En stikstofneerslag is vooral een groot probleem in dichtbevolkte landen zoals Nederland, maar niet per se in een land als Frankrijk. Dat maakt het moeilijk om biodiversiteit te vatten in één wereldwijde dimensie.

Hoewel er nog meer werk aan de winkel is, wordt klimaatonderzoek inmiddels wel mainstream in de besluitvorming over beleggingen. Maar voor het beoordelen van de oorzaken van biodiversiteitsverlies is nog veel meer werk nodig om de nuances in kaart te brengen. Voor het klimaat hebben we geïntegreerde analysemodellen die mondiale klimaatmodellen koppelen aan belangrijke macro-economische variabelen, maar voor de natuur nog niet. Wij raden aan om die op modulaire wijze te ontwikkelen, zodat de complexiteit na verloop van tijd kan worden verhoogd.

Biodiversiteit treedt in de voetsporen van het klimaat

Het werkt in onze ogen het beste als het werk aan beide onderwerpen verenigbaar is, zonder uit het oog te verliezen dat ze nog niet volledig samengevoegd kunnen worden. We zien hier al voorbeelden van in de praktijk:

  • Wereldwijde afspraken. Het Kunming-Montreal Global Biodiversity Framework hanteert hetzelfde mechanisme als het Akkoord van Parijs: het wereldwijde doel (geen nettoverlies van natuur in 2030) moet worden behaald door periodieke bijstelling van nationale doelstellingen en nationaal beleid, en door afstemming van bedrijfsmodellen en geldstromen.

  • Standaarden voor informatieverschaffing. De Taskforce for Nature-related Financial Disclosures (TNFD) volgt dezelfde structuur op basis van vier pijlers als de Taskforce for Climate-related Financial Disclosures (TCFD), waardoor bedrijven gebruik kunnen maken van bestaande rapportageprocessen.

  • Engagement met bedrijven. Naar het voorbeeld van de Climate Action 100+ werken wereldwijde beleggers samen in de Nature Action 100 om een dialoog aan te gaan met bedrijven die de grootste impact hebben op de biodiversiteit.

  • Scenarioanalyse. Het Network for Greening the Financial System (NGFS) van centrale banken en de Inevitable Policy Response (IPR) van de Principles for Responsible Investment introduceren natuur in de risicobeoordelingen van de klimaatverandering, waarbij de belangrijkste drijvende krachten (beleid, technologieën en marktdynamiek) op een geïntegreerde manier worden beoordeeld.

Ontdek de nieuwste inzichten op het gebied van duurzaamheid

Ontvang onze Robeco-nieuwsbrief en lees als eerste de nieuwste inzichten of bouw de groenste portefeuille op.

Blijf op de hoogte

Wat betekent dit voor beleggers?

Klimaatverandering en biodiversiteitsverlies zijn allebei financieel materiële risico's waar rekening mee gehouden moet worden, maar dat betekent niet dat we moeten wachten tot we de tools in handen hebben voor een geïntegreerde aanpak. Bij Robeco pakken we beide onderwerpen aan als afzonderlijke maar gerelateerde strategische prioriteiten, om ze de noodzakelijke aandacht te geven en een robuuste analyse uit te voeren. De geleerde lessen bij de ontwikkeling van onze klimaatroutekaart naar netto-nul gebruiken we nu om onze biodiversiteitsstrategie te ontwikkelen – twee processen die onder leiding staan van onze Climate & Biodiversity Strategist.

We erkennen dat de tools en gegevens die nodig zijn voor biodiversiteitsanalyses minder ver ontwikkeld zijn dan die voor klimaatanalyses. Toch komen we in actie waar we kunnen, door ons per sector te richten op de grootste gevolgen voor de biodiversiteit en door de belangrijkste acties te identificeren die bedrijven in die sector kunnen ondernemen om hun bijdrage aan het verlies aan biodiversiteit te beperken.

Beleggers kunnen zich overweldigd voelen als ze te veel duurzaamheidsoverwegingen moeten toevoegen aan hun besluitvormingsproces. Bij Robeco benaderen we dit door voor iedere sector en iedere duurzaamheidskwestie een robuuste materialiteitsanalyse uit te voeren. We gebruiken daarvoor ons SDG-raamwerk voor de Duurzame Ontwikkelingsdoelen, waar biodiversiteit, klimaat en andere duurzaamheidsthema's onder vallen. Hierdoor kunnen we de duurzaamheidseffecten samenvoegen tot één score, terwijl de onderliggende verfijning van de verschillende duurzaamheidsthema's behouden blijft. Op deze manier pakken we meerdere problemen tegelijk aan en volgen we toch een modulaire, niet-geïntegreerde aanpak.

We kunnen beide problemen nu aanpakken

Er is nog veel werk te verzetten. Met name voor het tegengaan van het verlies aan biodiversiteit hebben we sectorspecifieke transitietrajecten nodig, zoals we die al hebben voor decarbonisatie. Die moeten dienen als benchmark om op een toekomstgerichte manier te beoordelen hoe bedrijven hun activiteiten afstemmen op de doelstellingen in het Akkoord van Kunming-Montréal.

Er worden in hoog tempo methoden en gegevens voor biodiversiteitsanalyses ontwikkeld ter ondersteuning van beleggingsbeslissingen. We hebben veel geleerd van de analyse van klimaatgerelateerde risico's en kansen, en daar kunnen we nu ons voordeel mee doen bij het tegengaan van het verlies aan biodiversiteit. Misschien kunnen we dankzij deze lessen sneller vooruitgang boeken bij het aanpakken van biodiversiteitsverlies dan bij de strijd tegen de klimaatverandering.