De meeste beleggers gaan ervan uit dat er een bandbreedte met redelijke waarderingen is, waartegen de meeste – of alle – bedrijven verhandeld moeten worden ten opzichte van de markt. Wat dan precies ‘redelijk’ is, wordt doorgaans gebaseerd op een historisch gemiddelde of op een groep met vergelijkbare bedrijven. Maar inmiddels is de koers-winstverhouding een verkorte versie van het waarderingsproces geworden.
We moeten in het achterhoofd houden dat koers-winstverhoudingen de echt belangrijke value drivers vertroebelen. Een koers-winstverhouding bepaalt niet hoe redelijk een waardering is, maar het zijn juist de value drivers die bepalen hoe redelijk een koers-winstverhouding is. Om precies te zijn kunnen de marktwaarde van een bedrijf en zijn waardering worden opgedeeld in twee belangrijke delen:
De stabiele waarde is de eenvoudige functie van de huidige risicovrije rente op de kapitaalmarkten en de risicopremie op aandelen, die op haar beurt afhankelijk is van de totale risicobereidheid onder beleggers op een gegeven moment. De stabiele waarde van een bedrijf kan sterk schommelen, aangezien zowel de rente op de kapitaalmarkten als de risicobereidheid van beleggers fluctueert.
Het verschil in koers-winstverhoudingen tussen bedrijven wordt bepaald door het verschil in de verwachte waardecreatie in de toekomst
Toch zorgt dit niet voor waarderingsverschillen tussen bedrijven. Het verschil in koers-winstverhoudingen tussen bedrijven wordt namelijk bepaald door het verschil in de verwachte waardecreatie in de toekomst. Bedrijven met een hoog rendement op toekomstige investeringen, omvangrijke winstgevende investeringsmogelijkheden en in ieder geval de komende tijd nog een concurrentievoordeel, hebben het potentieel aanzienlijke waarde te creëren in de toekomst. Daarom worden die over het algemeen verhandeld tegen een veel hogere koers-winstverhouding dan bedrijven zonder deze eigenschappen.
Figuur 1 toont het theoretische pad van de koers-winstverhouding van een fictief bedrijf, dat begint met een positief verschil van 25% ten opzichte van de kapitaalkosten van 8%. Aangenomen is dat het verschil ieder jaar met 1% afneemt, zodat het concurrentievoordeel 25 jaar blijft bestaan. Uitgaande van een perfect vooruitziende blik zouden beleggers bereid moeten zijn een op het oog astronomische koers-winstverhouding van 96,9 te betalen aan het begin van de levenscyclus van het bedrijf.
Deze hoge koers-winstverhouding wordt echter gerechtvaardigd door het vooruitzicht van 25 jaar winstgevende groei, die waarde creëert. Naarmate het bedrijf ouder wordt en geleidelijk aan zijn groeimogelijkheden verder benut, neemt de gerechtvaardigde waardering langzaam maar zeker af tot de stabiele koers-winstverhouding van 12,5 (1/8% na 25 jaar). Dat is een afspiegeling van het afnemende vooruitzicht van winstgevende groei in de toekomst.