Fonds | Index | |
---|---|---|
1 maand | ||
3 maanden | ||
YTD | ||
1 jaar | ||
2 jaar | ||
3 jaar | ||
5 jaar | ||
10 jaar | ||
{{'fund.detail.performance.period.sinceInception' | labelize:[ fundDate(fund.fundPerformances.sinceStart.startDate,'MM-YYYY') ]}} |
Fonds | Index | |
---|---|---|
Op basis van de handelskoers behaalde het fonds een resultaat van 2,15%. De US Green Bond Index boekte in juli een totaalrendement van 1,91% (afgedekt naar EUR). De creditspread op de US Green Bond Index verkrapte 1 bp naar 1,10%. De rente op Treasuries daalde in juli, wat bijdroeg aan het totaalrendement. Het totaalrendement van het fonds bedroeg 2,05%, 14 bp beter dan de index. De portefeuille realiseerde een positief rendement. De obligatiemarkten lieten namelijk een herstel zien, doordat de angst voor een recessie toeneemt. Toch had de onderwogen durationpositie een klein negatief effect, doordat JGB’s het redelijk goed deden. De positie gericht op afvlakking van de eurocurve pakte goed uit, want na de verrassende renteverhoging van 50 bp in juli werd de curve een stuk vlakker. Wat betreft de Amerikaanse rente pakte de curvepositionering niet goed uit, doordat de 2-10-jaarscurve afvlakte tot verder in negatief terrein.Ons creditbetabeleid droeg neutraal bij, aangezien de beta afgelopen maand bijna op één lag. De issuerselectie leverde een positieve bijdrage. De overweging in verschillende niet-financiële sectoren leverde een positieve bijdrage.
3 jaar | 5 jaar | ||
---|---|---|---|
Tracking error ex-post (%) |
|
||
Informatieratio | |||
Sharpe-ratio | |||
Alpha (%) | |||
Beta |
|
||
Standaarddeviatie |
|
||
Max. maandelijkse winst (%) |
|
||
Max. maandelijks verlies (%) |
|
3 jaar | 5 jaar | ||
---|---|---|---|
Maanden outperformance | |||
Hit ratio (%) | |||
Maanden Bull-markt | |||
Maanden outperformance Bull | |||
Hit ratio Bull (%) | |||
Maanden Bear-markt | |||
Maanden outperformance Bear | |||
Hit ratio Bear (%) |
Fonds | Index | ||
---|---|---|---|
Rating | |||
Option Adjusted Modified Duration (jaren) | |||
Looptijd (jaren) | |||
Yield to Worst (%) | |||
Green Bonds (%) |
De Duitse 10-jaarsrente daalde in juli van 1,34% naar 0,82%. In de VS ging de rente ook omlaag, maar wel in mindere mate. De rente op 10-jaars Treasuries daalde van 3,01% naar 2,65%. De obligatiemarkten deden het goed, doordat de markt de focus verlegde van inflatie naar recessie. De ECB verraste opnieuw, door de drie belangrijkste rentes niet met de vooraf aangegeven 25 bp maar met 50 bp te verhogen. Daarnaast kondigde de ECB het Transmission Protection Instrument aan om een fundamenteel ongerechtvaardigde spreadstijging tegen te gaan. De FOMC verhoogde de Fed funds rate met 75 bp naar 2,25-2,50%, in lijn met de verwachtingen. De creditspreads verkrapten in juli in alle regio’s en voor alle ratings, waarmee een groot deel van de verliezen in juni werd goedgemaakt. Investmentgrade-bedrijfsobligaties deden het beter dan Treasuries en de index voor groene obligaties in USD deed het ook goed.
Naam | Sector | Weging |
---|---|---|
Valutarisico’s zijn afgedekt.
Het fonds keert geen dividend uit.
De duurzame beleggingsdoelstelling van het fonds is het beleggen in groene obligaties. Groene obligaties zijn obligaties die door externe bronnen als zodanig worden erkend en waarvan de opbrengst wordt gebruikt om nieuwe en/of bestaande milieuvriendelijke projecten geheel of gedeeltelijk te (her)financieren. De selectie van groene obligaties is gebaseerd op externe gegevens of een intern ontwikkeld vijfstapsraamwerk voor groene obligaties. Volgens deze stappen moet het raamwerk van de issuer voor groene obligaties zijn afgestemd op de marktnormen voor groene obligaties, zoals de ICMA Green Bond Principles. Daarnaast moet de allocatie van de opbrengst bijdragen aan ten minste een van de zes doelstellingen van de EU Taxonomy en geen ernstige schade toebrengen aan de andere vijf doelstellingen. De zes doelstellingen van de EU Taxonomy Regulation zijn: het tegengaan van klimaatverandering, aanpassing aan klimaatverandering, duurzaam gebruik en bescherming van water en maritieme hulpbronnen, de transitie naar een circulaire economie, voorkomen en beheersen van verontreiniging, en bescherming en herstel van biodiversiteit en ecosystemen. In de derde en vierde stap wordt van issuers van obligaties geëist dat hun rapporten over het gebruik van de opbrengst en de uitgifte aansluiten bij de algemene duurzaamheidsstrategie van de issuer. De vijfde en laatste stap vereist van issuers dat ze internationale gedragsnormen respecteren, zoals internationale arbeidsrechten, mensenrechten en het UN Global Compact. Daarnaast houdt het fonds in het beleggingsproces ook rekening met uitsluitingen in overeenstemming met het uitsluitingsbeleid van Robeco en neemt het financieel materiële ESG-factoren mee in de bottom-up issueranalyse om de impact op de fundamentele eigenschappen van de issuer te beoordelen.
RobecoSAM US Green Bonds is een actief beheerd fonds dat belegt in groene obligaties in Amerikaanse dollars uitgegeven door overheden, overheidsgerelateerde agencies en bedrijven. De selectie van deze obligaties is gebaseerd op fundamentele analyse. Het fonds heeft duurzaam beleggen als doel volgens Artikel 9 van de Sustainable Finance Disclosure Regulation van de EU. Het fonds (her)financiert nieuwe en/of bestaande milieuvriendelijke projecten door te beleggen in groene obligaties die speciaal bedoeld zijn om specifieke klimaatgerelateerde of milieuprojecten te ondersteunen. Het fonds integreert factoren op het gebied van milieu, maatschappij en ondernemingsbestuur (environmental, social and governance; ESG) in het beleggingsproces en past Robeco's beleid voor goed ondernemingsbestuur toe. Het fonds hanteert duurzaamheidsindicatoren, waaronder, maar niet beperkt tot, uitsluitingen op basis van normen, activiteiten en regio's. Het fonds streeft ook naar vermogensgroei op de lange termijn. Het fonds belegt ten minste twee derde van zijn totale vermogen in groene obligaties in Amerikaanse dollars met minimaal een rating van 'BBB-' of vergelijkbaar van ten minste een van de erkende kredietbeoordelaars. De selectie van groene obligaties is gebaseerd op gegevens van externe leveranciers of het intern ontwikkelde raamwerk. Voor meer informatie hierover, zie www.robeco.com/si. De Benchmark is afgestemd op de duurzame beleggingsdoelstelling van het fonds door de toepassing van duidelijke regels voor de classificatie van groene obligaties. De meeste obligaties die we selecteren maken deel uit van de Benchmark, maar we kunnen ook obligaties buiten de Benchmark selecteren. Het fonds kan sterk afwijken van de wegingen in de Benchmark. Het fonds streeft ernaar op lange termijn een outperformance te realiseren ten opzichte van de Benchmark, terwijl tegelijkertijd het relatieve risico wordt beheerst door de toepassing van limieten (voor valuta's en issuers) om de afwijking van de Benchmark te beperken. Uiteindelijk beperkt dit ook de relatieve performance ten opzichte van de Benchmark. De Benchmark is afgestemd op de duurzame beleggingsdoelstelling van het fonds door de toepassing van duidelijke regels voor de classificatie van groene obligaties.
Risicobeheer is volledig geïntegreerd in het beleggingsproces om te zorgen dat de posities altijd binnen vastgestelde richtlijnen blijven.
De duurzame beleggingsdoelstelling van het fonds is het beleggen in groene obligaties. Groene obligaties zijn obligaties die door externe bronnen als zodanig worden erkend en waarvan de opbrengst wordt gebruikt om nieuwe en/of bestaande milieuvriendelijke projecten geheel of gedeeltelijk te (her)financieren. De selectie van groene obligaties is gebaseerd op externe gegevens of een intern ontwikkeld vijfstapsraamwerk voor groene obligaties. Volgens deze stappen moet het raamwerk van de issuer voor groene obligaties zijn afgestemd op de marktnormen voor groene obligaties, zoals de ICMA Green Bond Principles. Daarnaast moet de allocatie van de opbrengst bijdragen aan ten minste een van de zes doelstellingen van de EU Taxonomy en geen ernstige schade toebrengen aan de andere vijf doelstellingen. De zes doelstellingen van de EU Taxonomy Regulation zijn: het tegengaan van klimaatverandering, aanpassing aan klimaatverandering, duurzaam gebruik en bescherming van water en maritieme hulpbronnen, de transitie naar een circulaire economie, voorkomen en beheersen van verontreiniging, en bescherming en herstel van biodiversiteit en ecosystemen. In de derde en vierde stap wordt van issuers van obligaties geëist dat hun rapporten over het gebruik van de opbrengst en de uitgifte aansluiten bij de algemene duurzaamheidsstrategie van de issuer. De vijfde en laatste stap vereist van issuers dat ze internationale gedragsnormen respecteren, zoals internationale arbeidsrechten, mensenrechten en het UN Global Compact. Daarnaast houdt het fonds in het beleggingsproces ook rekening met uitsluitingen in overeenstemming met het uitsluitingsbeleid van Robeco en neemt het financieel materiële ESG-factoren mee in de bottom-up issueranalyse om de impact op de fundamentele eigenschappen van de issuer te beoordelen.
Wat betreft kredietrisico richten we ons op een portefeuillebeta dicht bij één. De waarderingen zijn flink verbeterd, met creditspreads ruim boven het langetermijngemiddelde. Kunnen de spreads nog verder uitlopen in een scenario met een zware recessie? Jazeker. Moeten we een grote onderweging aannemen tot we die hoogtepunten zien? Nee, dat zou in onze ogen niet verstandig zijn. Met het oog op de snelle herwaardering van de markten is het verstandig om nu wat kredietrisico te kopen.
Michiel de Bruin is co-hoofd van het Fixed Income Global Macro-team en medebeheerder van Euro Government Bonds. Voordat hij in dienst trad bij Robeco, werkte Michiel voor BMO Global Asset Management in Londen, meest recent als hoofd Global Rates and Money Markets. Daarvoor vervulde hij verschillende functies, waaronder hoofd Euro Government Bonds. Voordat hij bij BMO begon, was hij onder meer co-hoofd Fixed Income Sales and Trading bij NIB Financial Markets in Amsterdam. Michiel begon zijn carrière in de beleggingssector in 1986 en heeft een bachelor van de Hogeschool van Amsterdam. Peter Kwaak is portefeuillemanager voor investment grade in het Credit-team. Voordat hij in 2005 bij Robeco in dienst kwam, werkte hij drie jaar als portefeuillemanager credits bij Aegon Asset Management en twee jaar bij NIB Capital. Peter is sinds 1998 werkzaam in de beleggingswereld. Hij studeerde economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en is een CFA®-charterholder.
Vermogensbeheerder | |
Fondsvermogen | |
Size of share class | |
Uitstaande aandelen | |
ISIN | LU2360103332 |
Bloomberg | ROUGBSG LX |
Valoren | 112946845 |
WKN | |
Beschikbaarheid | |
Datum 1e koers | 1627344000000 |
Einde boekjaar | 31-12 |
Juridische status | |
Ex-ante tracking error limiet (%) | |
Referentie-index |
Lopende kosten |
|
---|---|
De lopende fondskosten van dit fonds bedragen |
Deze kosten bestaan onder ander uit: | ||
---|---|---|
Beheerkosten | ||
Serviceprovisie |
Transactiekosten |
|
---|---|
De verwachte transactiekosten bedragen |
Performance fee |
|
---|---|
Bij dit fonds kan tevens een performance fee worden ingehouden van |
Max. instapkosten | ||
Max. uitstapkosten | ||
Max. inschrijfkosten | ||
Max overstapkosten |
Het fonds is gevestigd in Luxemburg en is onderworpen aan de Luxemburgse belastingwetten en -regelgeving. Het fonds is in Luxemburg geen vennootschaps-, inkomsten-, dividend- of vermogenswinstbelasting verschuldigd. Het fonds is wel onderworpen aan een jaarlijkse abonnementsbelasting ('taxe d'abonnement') in Luxemburg. Deze bedraagt 0,05% van de intrinsieke waarde van het fonds. Dit recht op inschrijvingen is opgenomen in de intrinsieke waarde van het fonds. In principe kan het fonds het Luxemburgse verdragsnetwerk gebruiken om een deel van de bronbelasting op inkomsten terug te vragen.
De fiscale gevolgen van het beleggen in dit fonds zijn afhankelijk van de persoonlijke situatie van de belegger. Voor een particuliere belegger in Nederland is de werkelijk ontvangen rente, dividend of koerswinst fiscaal niet relevant. Beleggers betalen ieder jaar over de waarde van hun netto vermogen per 1 januari, indien en voor zover dat netto vermogen uitgaat boven de heffingsvrije vermogens, inkomstenbelasting. De belegging in het fonds wordt gerekend tot het netto vermogen van de belegger. Buiten Nederland woonachtige particuliere beleggers worden in Nederland niet belast voor hun belegging in het fonds. Deze beleggers kunnen wel aldaar belast worden voor de inkomsten uit de belegging in dit fonds op grond van de in dat land geldende nationale fiscale wetgeving. Voor een rechtspersoon of een professionele belegger, zijn andere fiscale regels van toepassing. Wij adviseren de belegger om, voorafgaand aan het nemen van een beslissing om te investeren, voor diens specifieke situatie eerst diens financiële of fiscale adviseur te raadplegen over de fiscale gevolgen verbonden aan de belegging in dit fonds.
De informatie op deze website is uitsluitend bestemd voor professionele & institutionele beleggers.
Bevestig alstublieft dat u een professionele belegger bent en dat u de voorwaarden van deze website hebt gelezen en begrepen, en deze accepteert.