Fonds | Index | |
---|---|---|
1 maand | ||
3 maanden | ||
YTD | ||
1 jaar | ||
2 jaar | ||
3 jaar | ||
5 jaar | ||
10 jaar | ||
{{'fund.detail.performance.period.sinceInception' | labelize:[ fundDate(fund.fundPerformances.sinceStart.startDate,'MM-YYYY') ]}} |
Fonds | Index | |
---|---|---|
Op basis van de handelskoers behaalde het fonds een resultaat van -2,02%. Het fonds presteerde afgelopen maand slechter dan de benchmark. De obligatieselectie pakte niet goed uit, terwijl de durationoverlay positief bijdroeg. Binnen de staatsobligatieselectie was de looptijdselectie negatief, vooral de voorkeur voor korterlopende obligaties in de VS, langerlopende obligaties in Japan en middellanglopende obligaties in Duitsland. De voorkeur voor middellanglopende obligaties uit het VK pakte wel goed uit. De landenallocatie resulterend uit de selectie van staatsobligaties was ook negatief voor de performance, vooral door de voorkeur voor Duitse en Australische obligaties. De durationoverlay droeg positief bij aan de performance, met een onderweging in Amerikaanse futures en later in de maand ook een overweging in Duitse futures. Binnen de creditselectie was de value-factor negatief, terwijl low risk/quality positief bijdroeg.
3 jaar | 5 jaar | ||
---|---|---|---|
Tracking error ex-post (%) |
|
||
Informatieratio | |||
Sharpe-ratio | |||
Alpha (%) | |||
Beta |
|
||
Standaarddeviatie |
|
||
Max. maandelijkse winst (%) |
|
||
Max. maandelijks verlies (%) |
|
3 jaar | 5 jaar | ||
---|---|---|---|
Maanden outperformance | |||
Hit ratio (%) | |||
Maanden Bull-markt | |||
Maanden outperformance Bull | |||
Hit ratio Bull (%) | |||
Maanden Bear-markt | |||
Maanden outperformance Bear | |||
Hit ratio Bear (%) |
Fonds | Index | ||
---|---|---|---|
Rating | |||
Option Adjusted Modified Duration (jaren) | |||
Looptijd (jaren) | |||
Yield to Worst (%) | |||
Green Bonds (%) |
De rente op staatsobligaties bleef stijgen in juni, door de hoge inflatie en agressieve centrale banken. De Fed verhoogde de rente met 75 bp. De ECB kondigde renteverhogingen aan voor juli en september. Die laatste wordt een verhoging van 50 bp, tenzij de inflatiedruk tegen die tijd flink is afgenomen. Japanse obligaties volgden de wereldwijde rentestijging, maar de Bank of Japan hield vast een haar ‘yield curve control’. De centrale bank kocht voor een recordbedrag aan 10-jaarsobligaties om de 10-jaarsrente onder de 0,25% te houden, waardoor vooral de rente van langlopende obligaties steeg. Staatsobligaties herstelden deels in het laatste deel van de maand, doordat de angst voor een recessie toenam. De creditspreads liepen fors uit, door zorgen over stagflatie en de angst voor een recessie. Het creditrendement van de Bloomberg Global Aggregate Corporates Index bedroeg -1,71%, doordat de creditspreads uitliepen van 144 bp naar 175 bp.
Naam | Sector | Weging |
---|---|---|
Alle valutarisico’s zijn afgedekt.
Alle gemaakte winst wordt geaccumuleerd en niet als dividend uitgekeerd. Daarom komt het volledige rendement tot uitdrukking in de koersontwikkeling.
Het fonds integreert duurzaamheid in het beleggingsproces door middel van uitsluitingen, ESG-integratie, ESG- en milieuvoetafdruk-doelstellingen en engagement. Voor beleggingen in staatsobligaties belegt het fonds niet in landen waar sprake is van ernstige schendingen van mensenrechten, waar de governancestructuur is weggevallen of waar sancties van de VN, de EU of de VS gelden, in overeenstemming met het uitsluitingsbeleid van Robeco. Door middel van regels voor de portefeuillesamenstelling streeft het fonds naar een betere ESG-score en een kleinere CO2-voetafdruk ten opzichte van het staatsobligatiedeel van de referentie-index. Voor beleggingen in bedrijfsobligaties belegt het fonds niet in issuers die internationale normen schenden of waarbij de activiteiten een negatieve impact hebben op de maatschappij, in overeenstemming met het uitsluitingsbeleid van Robeco. Door middel van regels voor de portefeuillesamenstelling streeft het fonds naar een betere ESG-score en een kleinere CO2-, water- en afvalvoetafdruk ten opzichte van het bedrijfsobligatiedeel van de referentie-index. Deze regels voor de portefeuillesamenstelling zorgen ervoor dat issuers met een betere EG-score of een kleinere milieuvoetafdruk meer kans maken om te worden opgenomen in de portefeuille, en vice versa. Voor bedrijfsobligaties controleren onze creditanalisten in het beleggingsproces daarnaast of de koopkandidaten en portefeuillebelangen ESG-risico's hebben die een aanzienlijke impact kunnen hebben op obligatiehouders. Tot slot gaat Robeco de dialoog aan met issuers van bedrijfsobligaties waarvan uit onze doorlopende monitoring blijkt dat ze internationale normen schenden.
Robeco QI Global Multi-Factor Bonds is een actief beheerd fonds dat wereldwijd belegt in obligaties uitgegeven door overheden, agencies en bedrijven. De selectie van deze obligaties is gebaseerd op een kwantitatief model. Het fonds heeft als doelstelling het behalen van vermogensgroei op de lange termijn. Het fonds bevordert kenmerken op het gebied van milieu en maatschappij (environmental and social; E&S) volgens Artikel 8 van de Sustainable Finance Disclosure Regulation van de EU, integreert duurzaamheidsrisico's in het beleggingsproces en past Robeco's beleid voor goed ondernemingsbestuur toe. Het fonds hanteert duurzaamheidsindicatoren, waaronder, maar niet beperkt tot, uitsluitingen op basis van normen, activiteiten en regio's, en engagement. Het fonds maakt gebruik van de factoren low risk, quality, value, momentum en size om de meest aantrekkelijke obligaties te selecteren. Het gedisciplineerde beleggingsproces streeft naar een krediet- en valutarisico van de obligatieportefeuille dat vergelijkbaar is met dat van de benchmark, maar wel met het doel om een hoger rendement te genereren via zijn exposure naar factoren. De totale duration van de obligatieportefeuille kan worden verhoogd of verlaagd, afhankelijk van een systematische beoordeling van de vooruitzichten voor de obligatiemarkt. De meeste obligaties die we selecteren maken deel uit van de benchmark, maar we kunnen ook obligaties buiten de benchmark selecteren. Het fonds kan afwijken van de wegingen in de Benchmark. Het fonds streeft ernaar op lange termijn een outperformance te realiseren ten opzichte van de benchmark, terwijl tegelijkertijd het relatieve risico wordt beheerst door de toepassing van limieten (voor valuta's, issuers en ratings) om de afwijking van de benchmark te beperken. Uiteindelijk beperkt dit ook de relatieve performance ten opzichte van de Benchmark. De Benchmark is een algemene marktgewogen index die niet in overeenstemming is met de ESG-kenmerken die het fonds bevordert.
Het fonds streeft naar een credit- en valuta-exposure die in lijn is met die van de benchmark. De strategie kan een bescheiden tracking error hebben ten opzichte van de benchmark. De volatiliteit van de portefeuille wordt beperkt door een vooraf vastgesteld maximum. De portefeuille maakt gebruik van derivaten, die zorgen voor een grotere hefboomwerking in de portefeuille. Het verwachte brutoniveau van hefboomwerking staat vermeld in het prospectus.
Beoogde ESG-score | Beoogde voetafdruk |
---|---|
Beter dan de index | Beter dan de index |
Footprint ownership expresses the total resource utilization the credit allocation of the portfolio finances. Each assessed company's footprint is calculated by normalizing resources utilized by the company's enterprise value including cash (EVIC). Multiplying these values by the dollar amount invested in each assessed company yields the aggregate footprint ownership figures. The same is done for the corporate bonds in the index. Carbon efficient companies have lower ownership values. The portfolios score is shown in blue and the index in grey.
Carbon intensity expresses the aggregate efficiency of the government bond allocation of the portfolio. Each country’s carbon intensity is calculated by normalizing the country’s greenhouse gas emissions (expressed in carbon equivalents) by its population size. The portfolio's aggregate intensity figure is calculated by multiplying each portfolio holding’s intensity figure by its respective portfolio weight. The same is done for the government bonds in the index. Carbon efficient countries have lower intensity values. The portfolios score is shown in blue and the index in grey.
Het fonds integreert duurzaamheid in het beleggingsproces door middel van uitsluitingen, ESG-integratie, ESG- en milieuvoetafdruk-doelstellingen en engagement. Voor beleggingen in staatsobligaties belegt het fonds niet in landen waar sprake is van ernstige schendingen van mensenrechten, waar de governancestructuur is weggevallen of waar sancties van de VN, de EU of de VS gelden, in overeenstemming met het uitsluitingsbeleid van Robeco. Door middel van regels voor de portefeuillesamenstelling streeft het fonds naar een betere ESG-score en een kleinere CO2-voetafdruk ten opzichte van het staatsobligatiedeel van de referentie-index. Voor beleggingen in bedrijfsobligaties belegt het fonds niet in issuers die internationale normen schenden of waarbij de activiteiten een negatieve impact hebben op de maatschappij, in overeenstemming met het uitsluitingsbeleid van Robeco. Door middel van regels voor de portefeuillesamenstelling streeft het fonds naar een betere ESG-score en een kleinere CO2-, water- en afvalvoetafdruk ten opzichte van het bedrijfsobligatiedeel van de referentie-index. Deze regels voor de portefeuillesamenstelling zorgen ervoor dat issuers met een betere EG-score of een kleinere milieuvoetafdruk meer kans maken om te worden opgenomen in de portefeuille, en vice versa. Voor bedrijfsobligaties controleren onze creditanalisten in het beleggingsproces daarnaast of de koopkandidaten en portefeuillebelangen ESG-risico's hebben die een aanzienlijke impact kunnen hebben op obligatiehouders. Tot slot gaat Robeco de dialoog aan met issuers van bedrijfsobligaties waarvan uit onze doorlopende monitoring blijkt dat ze internationale normen schenden.
Robeco QI Global Multi-Factor Bonds belegt systematisch in voornamelijk investmentgradecredits en staatsobligaties. Het fonds biedt gebalanceerde exposure naar een aantal kwantitatieve factoren. De bottom-up selectie van staatsobligaties en credits is bedoeld om systematisch factorpremies te benutten, met een vergelijkbaar risicoprofiel als de referentie-index. Daar komt bij dat de actieve durationoverlay van het fonds wordt ingegeven door de uitkomsten van ons kwantitatieve durationmodel.
Olaf Penninga is hoofdportefeuillemanager voor de Dynamic Duration-strategie en portefeuillemanager voor de Dynamic High Yield-strategie. Hij was al portefeuillemanager voor Dynamic Duration sinds 2005 en werd in 2011 hoofdportefeuillemanager. Een van zijn vorige functies binnen Robeco was die van researcher. Hij was verantwoordelijk voor allocatieonderzoek op de obligatiemarkten, waaronder het onderzoek dat ten grondslag ligt aan de Dynamic Duration-strategie. Olaf begon in 1998 bij Robeco aan zijn carrière in de beleggingssector. Hij werkte tussendoor een jaar bij Interpolis als beleggingseconometrist en keerde in 2003 weer terug naar Robeco. Hij is (cum laude) afgestudeerd in wiskunde aan de Universiteit van Leiden. Patrick Houweling is portefeuillemanager en onderzoeker in het Quant Credits-team. Voordat hij in 2003 bij Robeco kwam werken, was hij Risk Manager bij Rabobank International, waar hij zijn carrière in 1998 begon. Patrick heeft artikelen gepubliceerd in wetenschappelijke financiële tijdschriften, waaronder Journal of Banking and Finance, Journal of Empirical Finance en de Financial Analysts Journal. Het artikel ‘Factor Investing in the Corporate Bond Market’ dat hij schreef samen met Jeroen van Zundert, werd bekroond met een Graham and Dodd Scroll Award of Excellence voor 2017. Patrick is gepromoveerd in finance en afgestudeerd (cum laude) in financiële econometrie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Lodewijk van der Linden is portefeuillemanager binnen het Quant Allocation-team. Zijn specialisme is multi-assetfactorbeleggen. Voordat hij in augustus 2018 in dienst trad bij Robeco heeft Lodewijk diverse functies bekleed bij Aegon. Zijn meest recente functie was Team Manager van Client Reporting bij Aegon Asset Management. Hij begon zijn carrière als Consultant Actuariaat bij PwC. Hij studeerde actuariële wetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam en econometrie en managementwetenschap aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Vermogensbeheerder | |
Fondsvermogen | |
Size of share class | |
Uitstaande aandelen | |
ISIN | LU2067172382 |
Bloomberg | ROMHBIE LX |
Valoren | 51337835 |
WKN | A3CM1X |
Beschikbaarheid | |
Datum 1e koers | 1574726400000 |
Einde boekjaar | 31-12 |
Juridische status | |
Ex-ante tracking error limiet (%) | |
Referentie-index |
Lopende kosten |
|
---|---|
De lopende fondskosten van dit fonds bedragen |
Deze kosten bestaan onder ander uit: | ||
---|---|---|
Beheerkosten | ||
Serviceprovisie |
Transactiekosten |
|
---|---|
De verwachte transactiekosten bedragen |
Performance fee |
|
---|---|
Bij dit fonds kan tevens een performance fee worden ingehouden van |
Max. instapkosten | ||
Max. uitstapkosten | ||
Max. inschrijfkosten | ||
Max overstapkosten |
Het fonds is gevestigd in Luxemburg en valt onder de fiscale wet- en regelgeving van Luxemburg. Het fonds is in Luxemburg géén vennootschaps-, inkomsten-, dividend- of vermogenswinstbelasting verschuldigd. Het fonds is in Luxemburg wel onderworpen aan een jaarlijkse abonnementsbelasting ('tax d'abonnement'). Deze belasting bedraagt 0,01% van de intrinsieke waarde van het fonds. Deze belasting wordt verrekend met de intrinsieke waarde van het fonds. Het fonds kan in beginsel door gebruikmaking van het Luxemburgse verdragennet, eventuele bronbelasting op haar inkomsten gedeeltelijk terugvragen.
Beleggers die niet onderworpen zijn (vrijgesteld) aan Nederlandse vennootschapsbelasting (o.a. pensioenfondsen) worden niet belast voor het gerealiseerde resultaat. Beleggers die zijn onderworpen aan Nederlandse vennootschapsbelasting kunnen worden belast voor het resultaat behaald op hun investering in het fonds. Nederlandse Vpb-plichtige lichamen dienen rente- en dividendinkomsten en gerealiseerde koerswinsten op te geven in hun belastingaangifte. Voor beleggers buiten Nederland geldt hun eigen nationale belastingwetgeving met betrekking tot buitenlandse beleggingsfondsen. Wij adviseren de individuele belegger om, voorafgaand aan het nemen van de beslissing om te investeren in dit fonds, voor diens specifieke situatie eerst diens financiële of fiscale adviseur te raadplegen over de fiscale gevolgen verbonden aan de belegging in dit fonds.
De informatie op deze website is uitsluitend bestemd voor professionele & institutionele beleggers.
Bevestig alstublieft dat u een professionele belegger bent en dat u de voorwaarden van deze website hebt gelezen en begrepen, en deze accepteert.