Beleggers spelen een grote rol in het dirigeren van geld naar ondernemingen die een verschil maken in de strijd tegen klimaatverandering. Voor beursgenoteerde ondernemingen is vooral de dreiging van desinvesteren in combinatie met engagement heel effectief. De geplande EU Taxonomy geeft beleggers duidelijkheid over wat precies ecologisch duurzame activiteiten zijn en onder welke omstandigheden.
Vermogensbeheerders bepalen welke aandelen en obligaties terechtkomen in portefeuilles, en dus kunnen ze zich specifiek richten op ondernemingen die toewerken naar decarbonisatie. Dat wordt voornamelijk gedaan via negative screening (met name uitsluitingen) en positive screening, waarbij modellen worden ingezet om ondernemingen te vinden met een beter ESG-profiel.
Ook wordt gebruikgemaakt van engagement om verandering af te dwingen bij ondernemingen. Twee engagementthema’s van Robeco voor 2021 zijn gericht op financiële instellingen die ondernemingen met een hogere uitstoot financieren en op ondernemingen die traag of terughoudend zijn met de overstap naar een CO2-arm bedrijfsmodel.
Ook wordt gebruikgemaakt van engagement om verandering af te dwingen bij ondernemingen. Twee engagementthema’s van Robeco voor 2021 zijn gericht op financiële instellingen die ondernemingen met een hogere uitstoot financieren en op ondernemingen die traag of terughoudend zijn met de overstap naar een CO2-arm bedrijfsmodel. Ondertussen worden tal van nieuwe strategieën gelanceerd die beleggen in ondernemingen die een directe bijdrage leveren aan de strijd tegen de opwarming van de aarde. Zo heeft Robeco in december 2020 twee vastrentende klimaatstrategieën gelanceerd, met benchmarks die zijn afgestemd op het Akkoord van Parijs – een primeur!
Andere klimaatgerelateerde beleggingsproducten zijn onder meer gericht op technologie voor CO2-opvang, de circulaire economie en herbebossing. Daarnaast zijn er ook vormen van impactbeleggen die zich richten op de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) van de VN – met name SDG 13: Klimaatactie – of op groene obligaties. Moeten we er dan niet gewoon voor zorgen dat al het geld terechtkomt bij dit soort strategieën?
Out of the box denken
Het antwoord is nee, want beleggers moeten ook out of the box denken. Het is niet genoeg om alleen de slechte ondernemingen te vermijden en groenere effecten te kopen, zegt klimaatspecialist Lucian Peppelenbos. “Het ironische is dat we op dit moment fossiele brandstoffen nodig hebben om ze uit te bannen”, zegt hij. “Neem bijvoorbeeld de olie- en gasindustrie, die voorziet in een dagelijkse behoefte. Deze sector behoort tot de kern van het probleem, maar is tegelijkertijd onderdeel van de oplossing. Olie en gas zijn tot 2050 nodig voor transport en het verwarmen van gebouwen, zij het ieder jaar iets minder. En we hebben nog steeds fossiele brandstoffen en chemicaliën nodig om windmolenparken te bouwen.”
“Grote oliemaatschappijen moeten zich omvormen tot producenten van hernieuwbare energie. En wij moeten ze daarbij helpen. We komen er niet door simpelweg niet meer te beleggen in dit soort ondernemingen en alleen nog maar te beleggen in hernieuwbare energie. Zo weten we bijvoorbeeld van een onderneming dat die een grote CO₂-voetafdruk heeft vanwege zijn mijnen, maar dat die tegelijkertijd de grootste capaciteit voor het opwekken van hernieuwbare energie heeft in Europa. We willen daar dus wel in belegd zijn om bij te dragen aan de transitie en om exposure te hebben naar hernieuwbare energie. Dat is het evenwicht dat we moeten zien te vinden.”
Belonen en straffen
Belegbare olie- en gasmaatschappijen hebben nog steeds geld van aandeelhouders nodig om te overleven. En dat is precies waar beleggers hun macht kunnen uitoefenen. “De dreiging van uitsluiting of desinvestering is vooral effectief in combinatie met engagement”, zegt Peppelenbos.
“Ik ga al de nodige jaren in gesprek met oliemaatschappijen, en die voelen het als een reële dreiging dat grote beleggers weglopen. Daar zijn ze echt bang voor. De bereidheid om te luisteren naar wat wij willen is dan ook groot, omdat ze weten dat wij ook onder druk staan. We zagen dit bijvoorbeeld gebeuren met Shell. Daarom denk ik dat dit goed werkt.”
Niet alles is belegbaar
Helaas valt niet alles binnen het bereik van beleggers. “We kunnen alleen beleggen in beursgenoteerde effecten, terwijl het grootste deel van de wereldwijde kolenreserves in het bezit is van regeringen. Dreigen met uitsluiting heeft dan geen zin”, zegt Peppelenbos. “Bij Robeco kopen we ook geen reële activa, zoals windmolenparken, die een essentieel onderdeel zijn van de oplossing. Waar we wel in kunnen beleggen, zijn de ondernemingen die de technologie voor deze windmolenparken en andere hernieuwbare bronnen ontwikkelen.”
“We hebben een duidelijke verantwoordelijkheid om in al deze gebieden beleggingskansen te bieden, terwijl we in ons achterhoofd houden dat we niet simpelweg alle producenten en gebruikers van fossiele brandstoffen van de ene op de andere dag kunnen dumpen.”
EU Taxonomy kan helpen
Wat zeker zal helpen om geld naar duurzamere ondernemingen te dirigeren, is de nieuwe EU Taxonomy. Die stelt voor het eerst een gemeenschappelijk classificatiesysteem in voor ‘groene’ en ‘duurzame’ economische activiteiten volgens de Sustainable Finance Disclosure Regulation van de EU.
Volgens de Taxonomy moeten ecologisch duurzame activiteiten een aanzienlijke bijdrage leveren aan een of meerdere van de volgende zes milieudoelen: het tegengaan van klimaatverandering, aanpassing aan klimaatverandering, duurzaam gebruik en bescherming van water en maritieme hulpbronnen, de transitie naar een circulaire economie, voorkomen en beheersen van verontreiniging, en bescherming en herstel van biodiversiteit en ecosystemen.
Tot nu toe zijn alleen de activiteiten die bijdragen aan de eerste twee milieudoelen – tegengaan van klimaatverandering, aanpassing aan klimaatverandering – gedefinieerd. In januari 2022 moet voor het eerst gerapporteerd worden over deze doelen. Eind 2021 worden de technische criteria bekendgemaakt voor activiteiten die een aanzienlijke bijdrage leveren aan de overige vier criteria. En vanaf medio 2023 moet ook daarover gerapporteerd worden.