Fonds | Index | |
---|---|---|
1 maand | ||
3 maanden | ||
YTD | ||
1 jaar | ||
2 jaar | ||
3 jaar | ||
5 jaar | ||
10 jaar | ||
{{'fund.detail.performance.period.sinceInception' | labelize:[ fundDate(fund.fundPerformances.sinceStart.startDate,'MM-YYYY') ]}} |
Fonds | Index | |
---|---|---|
Op basis van de handelskoers behaalde het fonds een resultaat van -3,26%. De Global Green Bond Index boekte afgelopen maand een totaalrendement van -2,99% (afgedekt naar EUR). De creditspread op de Global Green Bond Index steeg 22 bp naar 123 bp. De staatsobligatierente steeg scherp in de eerste helft van de maand, maar daalde in het tweede deel weer wat. Aan het eind van de maand was de rente hoger. Het totaalrendement van het fonds kwam uit op -3,19%.Obligatiemarkten over de hele wereld bleven last houden van de hoge inflatie. De durationpositie en de positie gericht op afvlakking van de eurocurve pakte aanvankelijk goed uit in juni. Doordat de angst voor een recessie toenam, presteerden de obligatiemarkten goed in de tweede helft van de maand. Daardoor gaven de durationposite en de afvlakkingspositie hun winst weer prijs. De positie gericht op versteiling van de Amerikaanse 5-10-jaarscurve was neutraal voor de performance. De overweging in swaps pakte niet goed uit, doordat de verslechtering van het risicosentiment een negatieve impact had op de spreads. De onderweging in Italië droeg positief bij, doordat de spread tussen BTP's en Bunds uitliep.Ons creditbetabeleid droeg licht positief bij, aangezien de betapositie defensief was en credits achterbleven bij staatsobligaties. De issuerselectie leverde een kleine negatieve bijdrage.
3 jaar | 5 jaar | ||
---|---|---|---|
Tracking error ex-post (%) |
|
||
Informatieratio | |||
Sharpe-ratio | |||
Alpha (%) | |||
Beta |
|
||
Standaarddeviatie |
|
||
Max. maandelijkse winst (%) |
|
||
Max. maandelijks verlies (%) |
|
3 jaar | 5 jaar | ||
---|---|---|---|
Maanden outperformance | |||
Hit ratio (%) | |||
Maanden Bull-markt | |||
Maanden outperformance Bull | |||
Hit ratio Bull (%) | |||
Maanden Bear-markt | |||
Maanden outperformance Bear | |||
Hit ratio Bear (%) |
Fonds | Index | ||
---|---|---|---|
Rating | |||
Option Adjusted Modified Duration (jaren) | |||
Looptijd (jaren) | |||
Yield to Worst (%) | |||
Green Bonds (%) |
Juni was opnieuw een negatieve maand voor staatsobligaties, met een verlies van 1,8% voor Duitse Bunds en van 1,2% voor Amerikaanse Treasuries. Italiaanse BTP’s presteerden het ‘best’, met een rendement van -1,0%. De obligatierente steeg scherp in de eerste helft van de maand, maar daalde in het tweede deel weer wat. Deze scherpe stijging was vooral te wijten aan de hoge inflatiecijfers in de VS en agressieve acties van centrale banken. Tijdens de vergadering van 15 juni voerde de Fed het tempo van haar renteverhogingen op naar 75 bp. De ECB zette ook een agressieve stap door het einde van het APP-programma per 1 juli en een renteverhoging in juli aan te kondigen. Obligaties van perifere landen kwamen onder druk te staan, maar herstelden weer toen de ECB snel met het ontwerp van een 'beleidsmiddel tegen fragmentatie’ kwam. In de laatste week van de maand daalde de rente scherp, doordat de recessieangst het won van de inflatieangst.De creditspreads liepen wereldwijd uit in alle regio’s en voor alle ratings, gedreven door dezelfde inflatie- en recessieangst. Investmentgrade-bedrijfsobligaties bleven achter bij staatsobligaties, vooral in Europa. De wereldwijde markt voor groene obligaties bleef maar iets achter bij de staatsobligatiemarkt, doordat Amerikaanse bedrijfsobligaties en de SSA-sector het beter deden dan Europese credits.
Naam | Sector | Weging |
---|---|---|
Alle valutarisico’s zijn afgedekt.
Het fonds keert geen dividend uit.
De duurzame beleggingsdoelstelling van het fonds is het beleggen in groene obligaties. Groene obligaties zijn obligaties die door externe bronnen als zodanig worden erkend en waarvan de opbrengst wordt gebruikt om nieuwe en/of bestaande milieuvriendelijke projecten geheel of gedeeltelijk te (her)financieren. De selectie van groene obligaties is gebaseerd op externe gegevens of een intern ontwikkeld vijfstapsraamwerk voor groene obligaties. Volgens deze stappen moet het raamwerk van de issuer voor groene obligaties zijn afgestemd op de marktnormen voor groene obligaties, zoals de ICMA Green Bond Principles. Daarnaast moet de allocatie van de opbrengst bijdragen aan ten minste een van de zes doelstellingen van de EU Taxonomy en geen ernstige schade toebrengen aan de andere vijf doelstellingen. De zes doelstellingen van de EU Taxonomy Regulation zijn: het tegengaan van klimaatverandering, aanpassing aan klimaatverandering, duurzaam gebruik en bescherming van water en maritieme hulpbronnen, de transitie naar een circulaire economie, voorkomen en beheersen van verontreiniging, en bescherming en herstel van biodiversiteit en ecosystemen. In de derde en vierde stap wordt van issuers van obligaties geëist dat hun rapporten over het gebruik van de opbrengst en de uitgifte aansluiten bij de algemene duurzaamheidsstrategie van de issuer. De vijfde en laatste stap vereist van issuers dat ze internationale gedragsnormen respecteren, zoals internationale arbeidsrechten, mensenrechten en het UN Global Compact. Daarnaast houdt het fonds in het beleggingsproces ook rekening met uitsluitingen in overeenstemming met het uitsluitingsbeleid van Robeco en neemt het financieel materiële ESG-factoren mee in de bottom-up issueranalyse om de impact op de fundamentele eigenschappen van de issuer te beoordelen.
RobecoSAM Global Green Bonds is een actief beheerd fonds dat belegt in groene obligaties uitgegeven door overheden, overheidsgerelateerde agencies en bedrijven. De selectie van deze obligaties is gebaseerd op fundamentele analyse. Het fonds heeft als doelstelling het behalen van vermogensgroei op de lange termijn. Het fonds heeft duurzaam beleggen als doel volgens Artikel 9 van de Sustainable Finance Disclosure Regulation van de EU. Het fonds (her)financiert nieuwe en/of bestaande milieuvriendelijke projecten door te beleggen in groene obligaties die speciaal bedoeld zijn om specifieke klimaatgerelateerde of milieuprojecten te ondersteunen. Het fonds integreert factoren op het gebied van milieu, maatschappij en ondernemingsbestuur (environmental, social and governance; ESG) in het beleggingsproces en past Robeco's beleid voor goed ondernemingsbestuur toe. Het fonds hanteert duurzaamheidsindicatoren, waaronder, maar niet beperkt tot, uitsluitingen op basis van normen, activiteiten en regio's. Het fonds belegt ten minste twee derde van zijn totale vermogen in wereldwijde groene obligaties met minimaal een rating van 'BBB-' of vergelijkbaar van ten minste een van de erkende kredietbeoordelaars. De selectie van groene obligaties is gebaseerd op gegevens van externe leveranciers of het intern ontwikkelde raamwerk. Voor meer informatie hierover, zie www.robeco.com/si. De Benchmark is afgestemd op de duurzame beleggingsdoelstelling van het fonds door de toepassing van duidelijke regels voor de classificatie van groene obligaties. De meeste obligaties die we selecteren maken deel uit van de Benchmark, maar we kunnen ook obligaties buiten de Benchmark selecteren. Het fonds kan sterk afwijken van de wegingen in de Benchmark. Het fonds streeft ernaar op lange termijn een outperformance te realiseren ten opzichte van de Benchmark, terwijl tegelijkertijd het relatieve risico wordt beheerst door de toepassing van limieten (voor valuta's en issuers) om de afwijking van de Benchmark te beperken. Uiteindelijk beperkt dit ook de relatieve performance ten opzichte van de Benchmark. De Benchmark is afgestemd op de duurzame beleggingsdoelstelling van het fonds door de toepassing van duidelijke regels voor de classificatie van groene obligaties.
Risicobeheer is volledig geïntegreerd in het beleggingsproces om te zorgen dat de posities altijd binnen vastgestelde richtlijnen blijven.
De duurzame beleggingsdoelstelling van het fonds is het beleggen in groene obligaties. Groene obligaties zijn obligaties die door externe bronnen als zodanig worden erkend en waarvan de opbrengst wordt gebruikt om nieuwe en/of bestaande milieuvriendelijke projecten geheel of gedeeltelijk te (her)financieren. De selectie van groene obligaties is gebaseerd op externe gegevens of een intern ontwikkeld vijfstapsraamwerk voor groene obligaties. Volgens deze stappen moet het raamwerk van de issuer voor groene obligaties zijn afgestemd op de marktnormen voor groene obligaties, zoals de ICMA Green Bond Principles. Daarnaast moet de allocatie van de opbrengst bijdragen aan ten minste een van de zes doelstellingen van de EU Taxonomy en geen ernstige schade toebrengen aan de andere vijf doelstellingen. De zes doelstellingen van de EU Taxonomy Regulation zijn: het tegengaan van klimaatverandering, aanpassing aan klimaatverandering, duurzaam gebruik en bescherming van water en maritieme hulpbronnen, de transitie naar een circulaire economie, voorkomen en beheersen van verontreiniging, en bescherming en herstel van biodiversiteit en ecosystemen. In de derde en vierde stap wordt van issuers van obligaties geëist dat hun rapporten over het gebruik van de opbrengst en de uitgifte aansluiten bij de algemene duurzaamheidsstrategie van de issuer. De vijfde en laatste stap vereist van issuers dat ze internationale gedragsnormen respecteren, zoals internationale arbeidsrechten, mensenrechten en het UN Global Compact. Daarnaast houdt het fonds in het beleggingsproces ook rekening met uitsluitingen in overeenstemming met het uitsluitingsbeleid van Robeco en neemt het financieel materiële ESG-factoren mee in de bottom-up issueranalyse om de impact op de fundamentele eigenschappen van de issuer te beoordelen.
Wat betreft kredietrisico richten we ons op een portefeuillebeta dicht bij één. De waarderingen zijn flink verbeterd, vooral op de Europese creditmarkt, met spreads ruim boven het langetermijngemiddelde. Investmentgrade- en highyieldobligaties in euro’s hebben zelfs het bovenste kwartiel bereikt. Kunnen de spreads nog verder uitlopen in een scenario met een zware recessie? Jazeker. Moeten we een grote onderweging aannemen tot we die hoogtepunten zien? Nee, dat zou in onze ogen niet verstandig zijn. We erkennen dat het recessierisico is toegenomen, maar er is natuurlijk nooit 100% zekerheid dat dit scenario zich inderdaad ontvouwt. Met het oog op de snelle herwaardering van de markten is het verstandig om nu wat kredietrisico te kopen.
Michiel de Bruin is co-hoofd van het Fixed Income Global Macro-team en medebeheerder van Euro Government Bonds. Voordat hij in dienst trad bij Robeco, werkte Michiel voor BMO Global Asset Management in Londen, meest recent als hoofd Global Rates and Money Markets. Daarvoor vervulde hij verschillende functies, waaronder hoofd Euro Government Bonds. Voordat hij bij BMO begon, was hij onder meer co-hoofd Fixed Income Sales and Trading bij NIB Financial Markets in Amsterdam. Michiel begon zijn carrière in de beleggingssector in 1986 en heeft een bachelor van de Hogeschool van Amsterdam. Peter Kwaak is portefeuillemanager voor investment grade in het Credit-team. Voordat hij in 2005 bij Robeco in dienst kwam, werkte hij drie jaar als portefeuillemanager credits bij Aegon Asset Management en twee jaar bij NIB Capital. Peter is sinds 1998 werkzaam in de beleggingswereld. Hij studeerde economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en is een CFA®-charterholder.
Vermogensbeheerder | |
Fondsvermogen | |
Size of share class | |
Uitstaande aandelen | |
ISIN | LU2138604454 |
Bloomberg | ROGGBIE LX |
Valoren | 54405041 |
WKN | |
Beschikbaarheid | |
Datum 1e koers | 1587427200000 |
Einde boekjaar | 31-12 |
Juridische status | |
Ex-ante tracking error limiet (%) | |
Referentie-index |
Lopende kosten |
|
---|---|
De lopende fondskosten van dit fonds bedragen |
Deze kosten bestaan onder ander uit: | ||
---|---|---|
Beheerkosten | ||
Serviceprovisie |
Transactiekosten |
|
---|---|
De verwachte transactiekosten bedragen |
Performance fee |
|
---|---|
Bij dit fonds kan tevens een performance fee worden ingehouden van |
Max. instapkosten | ||
Max. uitstapkosten | ||
Max. inschrijfkosten | ||
Max overstapkosten |
Het fonds is gevestigd in Luxemburg en valt onder de fiscale wet- en regelgeving van Luxemburg. Het fonds is in Luxemburg géén vennootschaps-, inkomsten-, dividend- of vermogenswinstbelasting verschuldigd. Het fonds is in Luxemburg wel onderworpen aan een jaarlijkse abonnementsbelasting ('tax d'abonnement'). Deze belasting bedraagt 0,01% van de intrinsieke waarde van het fonds. Deze belasting wordt verrekend met de intrinsieke waarde van het fonds. Het fonds kan in beginsel door gebruikmaking van het Luxemburgse verdragennet, eventuele bronbelasting op haar inkomsten gedeeltelijk terugvragen.
Beleggers die niet onderworpen zijn (vrijgesteld) aan Nederlandse vennootschapsbelasting (o.a. pensioenfondsen) worden niet belast voor het gerealiseerde resultaat. Beleggers die zijn onderworpen aan Nederlandse vennootschapsbelasting kunnen worden belast voor het resultaat behaald op hun investering in het fonds. Nederlandse Vpb-plichtige lichamen dienen rente- en dividendinkomsten en gerealiseerde koerswinsten op te geven in hun belastingaangifte. Voor beleggers buiten Nederland geldt hun eigen nationale belastingwetgeving met betrekking tot buitenlandse beleggingsfondsen. Wij adviseren de individuele belegger om, voorafgaand aan het nemen van de beslissing om te investeren in dit fonds, voor diens specifieke situatie eerst diens financiële of fiscale adviseur te raadplegen over de fiscale gevolgen verbonden aan de belegging in dit fonds.
De informatie op deze website is uitsluitend bestemd voor professionele & institutionele beleggers.
Bevestig alstublieft dat u een professionele belegger bent en dat u de voorwaarden van deze website hebt gelezen en begrepen, en deze accepteert.