1929: Het fundament

1929: Het fundament

Slechts enkele weken na de beurskrach op Wall Street besloten zeven Rotterdamse zakenlieden een syndicaat op te richten om spaargeld van mensen collectief te beleggen en te beheren. Ze noemden dit syndicaat het Rotterdamsch Beleggings Consortium, later afgekort tot Robeco. Ze dachten dat aandelen op dat moment het dieptepunt hadden bereikt, maar door de Grote Depressie ging in de eerste twee jaar de helft van het beheerde geld in rook op. Toch hielden ze vol, waarmee ze het fundament legden voor het huidige Robeco.

De jaren 30: Wereldwijde spreiding

Robeco’s eerste directeur Wim Rauwenhoff hechtte veel waarde aan onderzoek en was groot voorstander van een wetenschappelijke benadering van beleggen. De oprichters geloofden ook in wereldwijde spreiding. Daarom kochten ze al in 1930 aandelen in Zuid-Amerika en in andere landen in Europa en Noord-Amerika. In 1938 volgde een notering aan de Amsterdamse aandelenbeurs.

Wim Rauwenhoff - Wim Rauwenhoff, Robeco's eerste directeur (van 1933 tot 1960)

Wim Rauwenhoff
Wim Rauwenhoff, Robeco's eerste directeur (van 1933 tot 1960)

Iedere beleggingsstrategie moet zijn gebaseerd op onderzoek.

De jaren 40: De oorlog te boven

Tijdens de Tweede Wereldoorlog was meer dan de helft van de portefeuille veilig belegd in de VS. Dit betekende dat Robeco's beheerde vermogen tussen 1941 en 1946 bijna verdubbelde. Tijdens de oorlogsjaren wist Robeco de wetenschappelijke benadering verder te ontwikkelen. Zo ging het bedrijf onder meer samenwerken met de toonaangevende Erasmus Universiteit in Rotterdam. Deze bewuste keuze voor onderzoek heeft uiteindelijk geleid tot pionierswerk op het gebied van kwantitatief en duurzaam beleggen.

De jaren 40: De oorlog te boven

De jaren 50: Laagdrempelig beleggen

In de jaren 50 ging Robeco verder met innoveren. Zo werd in 1953 een aandelenspaarsysteem geïntroduceerd, waardoor ook mensen met beperktere middelen konden beleggen in Robeco-aandelen. Hierdoor werd beleggen laagdrempeliger in Nederland. In de periode na de oorlog bleef het bedrijf gestaag groeien, wat in 1959 leidde tot de eerste buitenlandse beursnotering voor Robeco, in Parijs.

De jaren 60: Swingend tijdperk

Tijdens de swinging sixties kreeg Robeco meer noteringen aan buitenlandse beurzen, onder meer in Brussel in 1960 en in Londen in 1962. Daarna volgden noteringen in verschillende andere Europese financiële centra. In 1963 was Robeco het eerste Europese bedrijf met een notering aan de Japanse aandelenmarkt. Twee jaar later werd een tweede beleggingsfonds opgericht, Rolinco, voor beleggers die meer geïnteresseerd zijn in vermogensgroei dan in inkomsten uit dividend, die belastbaar zijn.

De jaren 60: Swingend tijdperk

De jaren 70: Obligaties en verder

De innovatie en spreiding gingen in hoog tempo verder. In 1974 richtte Robeco zijn eerste obligatiefonds op als antwoord op de oliecrisis van een jaar daarvoor, die had gezorgd voor dalende aandelenkoersen. De spreiding vond ook op een andere manier plaats, nadat de Ford Foundation Robeco had gevraagd een deel van haar portefeuille te beheren. Daarmee werd een begin gemaakt met institutioneel vermogensbeheer, dat tegenwoordig goed is voor zo’nr 50% van het beheerde vermogen. In de jaren 70 nam Robeco ook een aantal belangrijke concurrenten over, waarmee het de grootste aanbieder van beleggingsfondsen in Europa werd. Daarnaast hield ook de groei in het buitenland onverminderd aan, met nieuwe kantoren in Frankrijk, Luxemburg en Zwitserland, en beursnoteringen in Hongkong en Tokio.

De jaren 80: Succes tijdens onrust

De ervaring die Robeco had opgedaan tijdens de eerste grote beurskrach, kwam goed van pas toen in oktober 1987 de tweede plaatsvond. Het bedrijf had geleerd van het verleden en beleid ontwikkeld voor een eventuele crash. Dankzij het lage risico, dat het resultaat was van diversificatie, werd paniek voorkomen en daalde de waarde van de beleggingen minder hard dan de Dow Jones Index.

De jaren 80: Succes tijdens onrust

De jaren 90: Kwantitatief en duurzaam

In de jaren 90 maakte Robeco een sterke ontwikkeling door, met pionierswerk op het gebied van kwantitatief en duurzaam beleggen. De eerste kwantitatieve strategie werd gelanceerd in 1994 en een jaar later volgde het eerste duurzame product, de ‘Groencertificaten’. Dit product werd ontwikkeld in samenwerking met het nieuwe moederbedrijf Rabobank. Later lanceerde Robeco het eerste duurzame aandelenfonds in Nederland.

2000's: Nieuw millennium, nieuwe mijlpalen

In het nieuwe millennium bereikte Robeco Groep de nodige mijlpalen. Groei was vooral gericht op de VS, en Harbor Capital Advisors en Boston Partners Asset Management werden toegevoegd aan de groep. Verder brak het beheerde vermogen door de grens van EUR 100 miljard. Ondertussen ging de uitbreiding verder met nieuwe kantoren in het Midden-Oosten, Europa en Azië, waar een joint venture met Canara de grote Indiase markt aanboorde. Robeco Groep bleef zich sterk bezighouden met duurzaamheid, met de overname van het in Zürich gevestigde Sustainable Asset Management, later omgedoopt tot RobecoSAM, en nu tot Robeco Switzerland.

2000's: Nieuw millennium, nieuwe mijlpalen

2010’s: Wereldleider in specifieke gebieden

Aan het begin van het nieuwe decennium ging Robeco ESG-factoren integreren in het besluitvormingsproces voor zijn beleggingen. Dat vormde het fundament waarop Robeco zijn leidende positie in duurzaam beleggen kon uitbouwen in de jaren daarna. In 2013 begon het bedrijf aan een spannend nieuw hoofdstuk toen het Japanse financiële concern ORIX Corporation Robeco Groep overnam. Door deze deal ging Robeco deel uitmaken van een internationaal bedrijf met een solide reputatie. Robeco ging zich steeds meer richten op de gebieden waarin het uitblinkt en waar het echt een leider kan zijn. In 2019 vierde Robeco zijn 90e verjaardag, als een wereldleider in duurzaam en kwantitatief beleggen en als de enige vermogensbeheerder die standaard duurzaamheidsfactoren integreert in al zijn fundamentele aandelen- en obligatiestrategieën.