Fonds | Index | |
---|---|---|
1 maand | ||
3 maanden | ||
YTD | ||
1 jaar | ||
2 jaar | ||
3 jaar | ||
5 jaar | ||
10 jaar | ||
{{'fund.detail.performance.period.sinceInception' | labelize:[ fundDate(fund.fundPerformances.sinceStart.startDate,'MM-YYYY') ]}} |
Fonds | Index | |
---|---|---|
Op basis van de handelskoers behaalde het fonds een resultaat van -6,13%. Het fonds streeft naar een hoger risicogecorrigeerd rendement dan de algemene markt en generieke factorindices over een volledige economische cyclus. Dit doet het fonds via goed gespreide exposure naar ‘enhanced’ factoren. Voor de factoren value, momentum, low risk en quality is aangetoond dat ze afzonderlijk een beter risicogecorrigeerd rendement realiseren dan de algemene markt – hetzij door een hoger rendement te realiseren bij een vergelijkbare volatiliteit of door een vergelijkbaar rendement te realiseren bij een lagere volatiliteit. Bovendien profiteert het fonds van het diversificatie-effect door de exposure naar vier factorpremies. Het fonds deed het beter dan de index in juni, gebaseerd op de NAV slotkoersen. De factor low risk deed het beter dan de index. De factoren value, momentum en quality bleven achter. Als we de prestaties van de factoren toeschrijven aan de sectoren (opgesplitst naar het effect van allocatie en aandelenselectie), zien we dat de outperformance werd veroorzaakt door positieve selectie- en allocatie-effecten.
3 jaar | 5 jaar | ||
---|---|---|---|
Tracking error ex-post (%) |
|
||
Informatieratio | |||
Sharpe-ratio | |||
Alpha (%) | |||
Beta |
|
||
Standaarddeviatie |
|
||
Max. maandelijkse winst (%) |
|
||
Max. maandelijks verlies (%) |
|
3 jaar | 5 jaar | ||
---|---|---|---|
Maanden outperformance | |||
Hit ratio (%) | |||
Maanden Bull-markt | |||
Maanden outperformance Bull | |||
Hit ratio Bull (%) | |||
Maanden Bear-markt | |||
Maanden outperformance Bear | |||
Hit ratio Bear (%) |
Fonds | Index | ||
---|---|---|---|
Rating | |||
Option Adjusted Modified Duration (jaren) | |||
Looptijd (jaren) | |||
Yield to Worst (%) | |||
Green Bonds (%) |
Datum | Bedrag |
---|---|
Naam | Sector | Weging |
---|---|---|
Het valutarisico wordt niet afgedekt. Wisselkoersveranderingen hebben daarom direct invloed op de koers van het fonds.
In principe keert deze aandelencategorie van het fonds dividend uit.
Het fonds integreert systematisch duurzaamheid in het beleggingsproces door middel van uitsluitingen, ESG-integratie, ESG- en milieuvoetafdruk-doelstellingen, engagement en stemmen. Op basis van het uitsluitingsbeleid van Robeco belegt het fonds niet in aandelen van bedrijven die internationale normen schenden of waarbij de activiteiten een negatieve impact hebben op de maatschappij. Financieel materiële ESG-factoren worden meegenomen in de portefeuilleopbouw om ervoor te zorgen dat de ESG-score van de portefeuille die van de index overtreft. Daarnaast is de milieuvoetafdruk van het fonds kleiner dan die van de benchmark door restricties op CO2-emissies, waterverbruik en afvalproductie. Dankzij deze regels voor de portefeuillesamenstelling maken aandelen met een betere ESG-score of milieuvoetafdruk eerder kans op opname in de portefeuille, terwijl die van bedrijven met een slechte ESG-score of milieuvoetafdruk eerder kans lopen te worden verwijderd uit de portefeuille. Daarnaast gaat Robeco de dialoog aan met issuers van aandelen waarvan uit de doorlopende monitoring blijkt dat ze internationale normen schenden. Tot slot maakt het fonds gebruik van zijn rechten als aandeelhouder en gebruikt het zijn stemrecht in overeenstemming met het beleid van Robeco voor stemmen bij volmacht.
Robeco QI Global Multi-Factor Equities Fund belegt in aandelen uit ontwikkelde en opkomende landen over de hele wereld. De selectie van deze aandelen is gebaseerd op een kwantitatief model. Het fonds heeft als doelstelling het behalen van een beter rendement dan de index. Het fonds streeft naar een beter duurzaamheidsprofiel dan de Benchmark door kenmerken op het gebied van milieu en maatschappij (environmental and social; E&S) te bevorderen volgens Artikel 8 van de Sustainable Finance Disclosure Regulation van de EU, duurzaamheidsrisico's te integreren in het beleggingsproces en Robeco's beleid voor goed ondernemingsbestuur toe te passen. Het fonds hanteert duurzaamheidsindicatoren, waaronder, maar niet beperkt tot, uitsluitingen op basis van normen, activiteiten en regio's, stemmen bij volmacht en engagement. Het fonds volgt een bottom-up gedreven beleggingsstrategie om een efficiënte, goed gespreide exposure te krijgen naar de bewezen factoren value, momentum, low volatility en quality. Het fonds maakt gebruik van verbeterde factordefinities om onbeloonde risico's en ongewilde en onbedoelde factortilts te vermijden.De meeste aandelen die we selecteren maken deel uit van de Benchmark, maar we kunnen ook aandelen buiten de Benchmark selecteren. Het fonds kan sterk afwijken van de wegingen in de Benchmark. De beleggingsstrategie streeft ernaar op lange termijn een beter risicogecorrigeerd rendement te realiseren dan de Benchmark, terwijl tegelijkertijd het relatieve risico wordt beheerst door de toepassing van limieten (voor landen, sectoren en issuers) om de afwijking van de Benchmark te beperken. Uiteindelijk beperkt dit ook de relatieve performance ten opzichte van de Benchmark. De Benchmark is een algemene marktgewogen index die niet in overeenstemming is met de ESG-kenmerken die het fonds bevordert.
Risicobeheer is volledig geïntegreerd in het beleggingsproces om te zorgen dat de posities altijd binnen vastgestelde richtlijnen blijven.
Beoogde ESG-score | Beoogde voetafdruk |
---|---|
Beter dan de index | Beter dan de index |
De eigendomsvoetafdruk geeft het totale gebruik van hulpbronnen weer dat de portefeuille financiert. De voetafdruk van iedere onderzochte onderneming wordt berekend door de gebruikte hulpbronnen te normaliseren ten opzichte van de bedrijfswaarde inclusief cash van die ondernemingen. Door deze waarde te vermenigvuldigen met het bedrag in dollars dat is belegd in iedere onderzochte onderneming, wordt de totale eigendomsvoetafdruk berekend. Die voetafdruk wordt vervolgens vergeleken met de voetafdruk van de geselecteerde index. Posities in staatsobligaties en cash hebben geen impact. De score van de portefeuille is weergegeven in blauw en die van de index in grijs.
De grafiek ESG Risk Rating van Sustainalytics geeft de ESGrisicorating van de portefeuille weer. Deze wordt berekend door de ESG-risicorating van alle namen in de portefeuille te vermenigvuldigen met de betreffende portefeuilleweging. Als een index is geselecteerd, worden die scores naast de portefeuillescores weergegeven, wat een duidelijke vergelijking biedt tussen het ESG-risiconiveau van de portefeuille en de index. De grafiek van Sustainalytics toont de portefeuilleallocaties onderverdeeld in de vijf ESG-risiconiveaus van Sustainalytics: minimaal (0-10), laag (10-20), gemiddeld (20-30), hoog (30-40) en ernstig (40+), en geeft zo een overzicht van de exposure van de portefeuille naar de verschillende ESG-risiconiveaus. Als een index is geselecteerd, wordt dezelfde informatie voor de index weergegeven.
Het fonds integreert systematisch duurzaamheid in het beleggingsproces door middel van uitsluitingen, ESG-integratie, ESG- en milieuvoetafdruk-doelstellingen, engagement en stemmen. Op basis van het uitsluitingsbeleid van Robeco belegt het fonds niet in aandelen van bedrijven die internationale normen schenden of waarbij de activiteiten een negatieve impact hebben op de maatschappij. Financieel materiële ESG-factoren worden meegenomen in de portefeuilleopbouw om ervoor te zorgen dat de ESG-score van de portefeuille die van de index overtreft. Daarnaast is de milieuvoetafdruk van het fonds kleiner dan die van de benchmark door restricties op CO2-emissies, waterverbruik en afvalproductie. Dankzij deze regels voor de portefeuillesamenstelling maken aandelen met een betere ESG-score of milieuvoetafdruk eerder kans op opname in de portefeuille, terwijl die van bedrijven met een slechte ESG-score of milieuvoetafdruk eerder kans lopen te worden verwijderd uit de portefeuille. Daarnaast gaat Robeco de dialoog aan met issuers van aandelen waarvan uit de doorlopende monitoring blijkt dat ze internationale normen schenden. Tot slot maakt het fonds gebruik van zijn rechten als aandeelhouder en gebruikt het zijn stemrecht in overeenstemming met het beleid van Robeco voor stemmen bij volmacht.
Guido is hoofd van Factor Investing-strategieën en co-hoofd van het Quant Fixed Income-team van Robeco. Hij is tevens professor Behavioral Finance en Financial Markets aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij heeft publicaties op zijn naam staan in hoog aangeschreven wetenschappelijke tijdschriften als het Journal of Financial Economics, de American Economic Review en Management Science. Hij begon zijn carrière in de beleggingssector in 2004. Voordat hij in 2017 in dienst trad bij Robeco, was Guido hoofd Quantitative Research Fixed Income en Multi Asset Research bij NN Investment Partners. Hij heeft in onderzoeksprojecten samengewerkt met Nobelprijswinnaar Richard Thaler (2017). Guido is gepromoveerd en afgestudeerd (cum laude) in financiële economie en bedrijfseconomie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Daniel Haesen is portefeuillemanager Quantitative Equities en richt zich op het beheer van factorportefeuilles, zoals de Value-, Momentum-, Quality- en Multi-Factor-portefeuilles. Hij is gespecialiseerd in factorresearch en portefeuillebeheer. Hij trad in 2003 bij Robeco in dienst als kwantitatieve onderzoeker met een specifieke focus op kwantitatieve selectie, waarbij hij multifactor-selectiemodellen bestudeerde binnen zowel aandelen als bedrijfsobligaties. Daarnaast was hij ook verantwoordelijk voor kwantitatief duurzaamheidsonderzoek en kwantitatief allocatieonderzoek. Hij heeft artikelen gepubliceerd in verschillende wetenschappelijke tijdschriften, waaronder het Journal of Banking and Finance. Daniel studeerde econometrie en kwantitatief beleggen aan Tilburg University. Hij is CFA® Charterholder. Wouter Tilgenkamp is portefeuillemanager Quantitative Equities en richt zich op het beheer van factorportefeuilles, zoals de Value-, Momentum-, Quality- en Multi-Factor-portefeuilles. Wouter kwam in 2016 bij Robeco in dienst als datawetenschapper en hield zich specifiek bezig met onderzoek naar aandelenhandel, automatisering van portefeuilleprocessen, portefeuilleopbouw en optimale uitvoering van strategieën. Hij begon zijn financiële carrière in 2014 bij Optiver als handelaar in derivaten. Hij heeft een bachelor in toegepaste wiskunde van de Technische Universiteit Delft en een master in quantitative finance.
Vermogensbeheerder | |
Fondsvermogen | |
Size of share class | |
Uitstaande aandelen | |
ISIN | NL0011354881 |
Bloomberg | RGAMEXE NA |
Valoren | |
WKN | A2ANWV |
Beschikbaarheid | |
Datum 1e koers | 1443571200000 |
Einde boekjaar | 31-12 |
Juridische status | |
Ex-ante tracking error limiet (%) | |
Morningstar |
|
Referentie-index |
Lopende kosten |
|
---|---|
De lopende fondskosten van dit fonds bedragen |
Deze kosten bestaan onder ander uit: | ||
---|---|---|
Beheerkosten | ||
Serviceprovisie |
Transactiekosten |
|
---|---|
De verwachte transactiekosten bedragen |
Performance fee |
|
---|---|
Bij dit fonds kan tevens een performance fee worden ingehouden van |
Max. instapkosten | ||
Max. uitstapkosten | ||
Max. inschrijfkosten | ||
Max overstapkosten |
Het fonds is gevestigd in Nederland. Het fonds wordt beheerd als een naamloze vennootschap. Het fonds heeft de status van 'fiscale beleggingsinstelling' in de betekenis van artikel 28 van de Wet op de vennootschapsbelasting van 1969 en is derhalve onderworpen aan een vennootschapsbelastingtarief van 0%. Het fonds is verplicht zijn gerealiseerde inkomsten binnen 8 maanden na het einde van het boekjaar uit te keren als dividend. Op deze dividenduitkeringen houdt het fonds een dividendbelasting in van 15%. In principe kan het fonds het Nederlandse verdragsnetwerk gebruiken om een deel van de bronbelasting op inkomsten terug te vragen. Het resterende deel aan bronbelasting kan worden teruggevraagd bij de Nederlandse Belastingdienst.
Voor een particuliere belegger woonachtig in Nederland is de werkelijk ontvangen rente, dividend of koerswinst fiscaal niet relevant. Voor Nederlands belastingplichtige particuliere beleggers horen de participaties thuis in box 3. Beleggers betalen ieder jaar over de waarde van hun netto vermogen per 1 januari, indien en voor zover dat netto vermogen uitgaat boven de heffingsvrije vermogens, per saldo 1,2%. De ingehouden Nederlandse dividendbelasting (15% per 1/1/2007) is voor in Nederland woonachtige beleggers verrekenbaar met de te betalen inkomstenbelasting. Beleggers die niet onderworpen zijn (vrijgesteld) aan Nederlandse vennootschapsbelasting (o.a. pensioenfondsen) worden niet belast voor het gerealiseerde resultaat. Nederlandse vrijgestelde lichamen kunnen de op dividenden ingehouden dividendbelasting van 15% (25% voor 1/1/2007) volledig terugvorderen. Op rente-inkomsten wordt geen bronbelasting ingehouden. Beleggers die zijn onderworpen aan Nederlandse vennootschapsbelasting kunnen worden belast voor het resultaat behaald op hun investering in het fonds. Nederlandse Vpb-plichtige lichamen dienen rente- en dividendinkomsten op te geven in hun belastingaangifte. Nederlandse Vpb-plichtige lichamen kunnen de op dividenden ingehouden dividendbelasting 15% (25% voor 1/1/2007) in beginsel verrekenen met de vennootschapsbelasting en het meerdere terugvragen. Voor beleggers buiten Nederland geldt hun eigen nationale belastingwetgeving met betrekking tot buitenlandse beleggingsfondsen. Aandeelhouders die niet belastingplichtig zijn in Nederland en die woonachtig zijn in landen die een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting hebben met Nederland, kunnen afhankelijk van het verdrag een deel van de Nederlandse dividendbelasting terugvorderen bij de Nederlandse fiscus. Vanaf 1/1/ 2007 heeft een in een andere EU-lidstaat gevestigd pensioenfonds ook recht op teruggaaf van Nederlandse dividendbelasting. Het voorgaande is gebaseerd op de huidige Nederlandse fiscale wet-giving.